Hoe moet je meten met een oorthermometer?

Een meting via het oor is een snelle en praktische manier om na te gaan of er sprake is van koorts. Hiervoor gebruik je een oorthermometer. De meting is zeer accuraat aangezien het oor dichter bij de hersenen ligt, waar de grote aderen de hypothalamus van bloed voorzien, en laat dat nu net het systeem zijn waarmee het lichaam zijn temperatuur regelt. Schommelingen in de lichaamstemperatuur zijn hier dus sneller op te merken dan op andere plaatsen van het lichaam.

Zo kan de meting via de mond bijvoorbeeld beïnvloed worden door de temperatuur van eten en drinken, blijkt de meting onder de oksel vaak een stuk lager te zijn dan de effectieve kerntemperatuur en is de meting via de anus minder comfortabel. Vandaar heeft de meting via het oor vaak de voorkeur.
 

 

Waarop moet men letten bij het meten van de temperatuur via het oor?

Vooraleer men met de meting begint, is het belangrijk te controleren of de meetsensor niet beschadigd is en niet vuil is. Ook is het noodzakelijk dat de gehoorgang schoon is, aangezien het kan voorkomen dat indien er bijvoorbeeld oorsmeer aanwezig is, de sensor tijdens de meting hierop gericht is en daardoor geen correcte meting kan uitvoeren.

Een foute meting kan ook voorkomen wanneer de sensor niet nauwkeurig op het trommelvlies gericht wordt. De gehoorgang is niet volledig recht maar heeft twee bochten. Indien de thermometer gekanteld wordt in plaats van recht in het oor aangebracht wordt, zal de sensor daardoor op de huid gericht zijn. De temperatuur daarvan kan zo’n 2 graden Celsius lager liggen dan de exacte kerntemperatuur van het lichaam. Hetzelfde gebeurt wanneer de thermometer niet diep genoeg in het oor geplaatst wordt. Het is dus belangrijk er bij een meting op te letten dat de oorthermometer correct in het oor geplaatst wordt: niet gekanteld en ver genoeg. Alleen daarmee kan je een betrouwbare meting krijgen.

Tenslotte kan ook de omgevingstemperatuur op de plek waar de infrarood oorthermometer bewaard wordt invloed hebben op de meting. Het is daarom aangewezen om de thermometer op een plaats te bewaren waar hij enkel aan kamertemperatuur blootgesteld wordt. Indien opgemerkt wordt dat de thermometer zich voor de meting op een koudere of warmere plek bevond dan de temperatuur bij de meting, is het aangeraden om de thermometer eerst een half uur de tijd te geven om te acclimatiseren. Tussen twee metingen wordt best ook een kwartier gewacht zodat de oorthermometer de tijd heeft opnieuw op kamertemperatuur te komen.

 

Meten met de dominante hand

Vergelijkend onderzoek heeft aangetoond dat metingen die uitgevoerd werden met de dominante hand iets accurater waren dan degene die met de andere hand afgenomen werden. Linkshandigen nemen dus bij een meting de thermometer in het linkerhand, en rechtshandigen nemen deze in de rechterhand. Voer de meting ook uit in het oor aan die zijde. Linkshandigen meten dus in het linkeroor terwijl rechtshandigen dit aan de andere zijde doen. Tijdens de meting kan er zachtjes aan de oorschelp getrokken worden, naar boven en naar achteren, zodat de sensor zich beter op het trommelvlies kan richten. Bij kinderen onder één jaar is het best enkel licht naar achter te trekken en niet naar omhoog.
 

 
Interessante onderwerpen gerelateerd aan Hoe moet je meten met een oorthermometer?:

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.