Gemeten bloeddrukwaarden vergelijken met de meting van de (huis)arts

Het is een van de meest gestelde vragen die wij krijgen. De gemeten bloeddrukwaarden van de bloeddrukmeter komen niet overeen met de gemeten waarde van de (huis)arts. Meet mijn bloeddrukmeter wel accuraat?

De vraag kunnen wij beantwoorden met ‘Ja’. De door u gekochte bloeddrukmeter meet accuraat. De bloeddrukmeters die wij leveren zijn klinisch gevalideerd. Dat betekent dat de bloeddrukmeters uitvoerig getest zijn en voldoen aan minimaal 1 van de 3 internationale protocollen. Vanuit de fabriek zijn de bloeddrukmeters direct “geijkt” op betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Er mag derhalve vanuit gegaan worden dat de bloeddrukmeter direct accuraat meet. Zonder ijking mag de bloeddrukmeter niet geleverd worden.

De gemeten waarden van uw bloeddrukmeter kunnen anders zijn dan de gemeten waarden door de (huis)arts of een andere, klinisch gevalideerde, bloeddrukmeter. U kunt de gemeten waarden niet direct met elkaar vergelijken. Dat is appels met peren vergelijken.

 

Verschillende tijden, verschillende metingen

De bloeddruk schommelt gedurende de dag. Elk moment is de bloeddrukwaarde anders. Binnen 30 seconden kan de bloeddruk 20 punten hoger zijn en dan weer 30 punten lager. Dat is volledig afhankelijk van de situatie. Bewegen en praten heeft bijvoorbeeld effect. Hetzelfde geldt voor spanning of angst. Bijvoorbeeld onbewuste zenuwen voor een arts. Hierdoor kan de gemeten waarde bij de arts hoger zijn dan de gemeten waarden thuis. Dit wordt ook wel het ‘witte-jassen effect’ genoemd.

Maar dat is ook omgedraaid mogelijk. De gemeten waarden thuis kunnen hoger zijn dan gemeten waarden op de huisartsenpraktijk. Dat heet verborgen hypertensie. Deze hypertensie uit zich alleen in de momenten van rust.

Het wordt aangeraden om in de ochtend (voor 10:00) of in de avond (na 19:00) te meten. Op die momenten is de bloeddruk meestal ‘rustiger’ en daardoor accurater te meten.

Het vergelijken van een bloeddrukwaarde die in de ochtend is gemeten met een bloeddrukwaarde gemeten in de middag heeft derhalve geen enkel nut.

 

Ouderdom van een bloeddrukmeter.

De ouderdom van een bloeddrukmeter heeft effect op de gemeten waarden. Een bloeddrukmeter is namelijk niets meer dan een pomp. Deze pomp blaast de manchet op en laat hem dan weer leeglopen. Na verloop van tijd wordt de kwaliteit van de pomp minder. Er vindt immers slijtage plaats. Hierdoor kan de pomp niet de hoge drukniveaus behalen. Hij zal eerder afslaan waardoor de gemeten waarden lager uitvallen. Immers om een hoge bloeddruk te kunnen bepalen moet de pomp harder oppompen. U ziet de meter daarom ook oplopen.

Een thuisbloeddrukmeter wordt veel minder gebruikt dan de bloeddrukmeters van de huisartsenpraktijk. De meters van de huisartsenpraktijken worden dagelijks meerdere keren gebruikt. Er vindt daar veel slijtage plaats. De fabrikanten geven aan om een bloeddrukmeter na verloop van tijd te vervangen. Een bloeddrukmeter heeft een levensduur van ongeveer 5 jaar en minder bij veel gebruik. Voor thuisgebruik kan een bloeddrukmeter langer meegaan. Immers thuis wordt veel minder gemeten.

Huisartsenpraktijken en ziekenhuizen moeten jaarlijks de bloeddrukmeter laten nakijken. Dit gaat helaas veel fout. Men loopt de bloeddrukmeter na op een juiste werking maar kan deze niet ijken. Het achteraf ijken van een digitale bloeddrukmeter is niet mogelijk. Een digitale bloeddrukmeter kan alleen direct in de fabriek geijkt worden.

De (huis)arts meet met een analoge bloeddrukmeter met stethoscoop

Er zijn artsen die zeggen dat de oude, analoge, manier van bloeddruk meten de meest accurate manier is. Dat is gedeeltelijk waar. Er zijn artsen die zeer accuraat de bloeddruk kunnen meten door middel van het gehoor. De arts luistert in dit geval met een stethoscoop en bepaalt met een secondewijzer de bovendruk en onderdruk.

Het nadeel van deze manier van meten is dat deze zeer afhankelijk is van het gehoor van de arts. Als de arts het niet goed hoort kan er een groot verschil in de meting zijn. Om deze reden stappen veel artsen over op een digitale bloeddrukmeter. Zij gebruiken hiervoor dezelfde bloeddrukmeters die u bij ons kunt kopen.

 

Hoe kunt u wel correct de bloeddrukwaarden vergelijken?

Er is maar 1, correcte, manier om de gemeten bloeddrukwaarden te vergelijken. Als u gaat meten moet u een gemiddelde bloeddruk van 3 metingen berekenen. Een gemiddelde meting geeft namelijk accurater de bloeddruk weer. Om te vergelijken moet er om-en-om gemeten worden. Eerst A, dan B, dan A, etc. Van de metingen pakt u een gemiddelde.

Wat vaak voorkomt is dat de 1ste meting veelal hoger is. De metingen die volgen zijn meestal lager. Een gemiddelde van 3 metingen zorgt ervoor dat dit effect geminimaliseerd wordt.

Dan nog zult u zien dat er een verschil is. Dit verschil zal echter klein zijn en valt binnen de klinische validatie. Dit wordt geaccepteerd binnen de medische wetenschap en staat ook beschreven binnen de Nederlandse standaarden voor huisartsen. Het verschil mag dan maximaal 5 tot 10 mmHg bovendruk zijn.