Aan welke arm de bloeddruk meten?

Als u de bloeddruk wilt meten dan moet u natuurlijk wel weten aan welke arm er gemeten dient worden. Het meten van de bloeddruk is persoonlijk, het verschilt daarom ook per persoon aan welke arm de bloeddruk gemeten dient te worden.Er zijn richtlijnen die bepalen aan welke arm er gemeten dient te worden. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).

De richtlijn:
“De bloeddruk dient gemeten te worden aan de arm die het minst gebruikt wordt, of aan de arm die door uw arts wordt aanbevolen.”

Bent u voornamelijk linkshandig dan meet u aan de rechterarm. Bent u rechtshandig dan meet u aan de linkerarm. De reden voor deze richtlijn is simpel. De arm die het minst gebruikt wordt heeft minder spiervorming waardoor het meten van de bloeddruk accurater is. Een hoge bloeddruk wordt daarmee ook sneller zichtbaar. Het stuk omtrent de arm die door uw arts wordt aanbevolen heeft te maken met mogelijk littekenweefsel aan uw arm. Als u bijvoorbeeld geopereerd bent aan uw arm dan kunt u beter niet aan die arm meten. Door mogelijk littekenweefsel kan er minder accuraat gemeten worden.

Als u de arm heeft bepaald dan mag u niet meer wisselen. Er is namelijk een significant verschil in bloeddruk meten tussen de beide armen. Metingen aan de linkerarm kunt u daarom nooit vergelijken met metingen aan de rechterarm.

Voor een polsbloeddrukmeter geldt hetzelfde verhaal.

Er zijn artsen die altijd meten aan de linkerarm. De meeste mensen zijn namelijk rechts. Met name oudere personen waren vroeger gedwongen veel met rechts te doen. Zoals bijvoorbeeld het schrijven met de rechterhand.

Veel spreekkamers op de (huis)artsenpraktijk zijn daarom op die wijze ingericht dat er alleen links gemeten kan worden. Als het een oppervlakkige meting moet zijn is dat geen probleem. Moet het een zeer accurate metingen zijn waar eventueel medicatie van afhangt dan is het raadzaam dit met uw arts te bespreken.

Als laatste zijn er ook (huis)artsen die altijd links meten omdat dat dichter bij het hart zit. Dat is wetenschappelijk niet bewezen.